

Bijna was de iep definitief uit het Friese straatbeeld verdwenen. Begin vorige eeuw stak de iepziekte de kop op. Veel bomen vielen ten prooi aan de schimmel Ophiostoma Ulmi. De verspreiding ging zo snel, dat eind twintigste eeuw voor het voortbestaan van deze oer-Hollandse boom werd gevreesd. Door een gezamenlijke aanpak, het rooien van zieke iepen, preventie en de introductie van resistente rassen is de ziekte inmiddels een halt toegeroepen. Waakzaamheid blijft echter geboden.
De iepziekte is een, door een schimmel veroorzaakte, verwelkingsziekte. De schimmel verspreidt zich door:
Normaal gesproken is het blad van de iep zomers fris en groen. Is de boom aangetast, dan lijkt de herfst (te) vroeg ingevallen. Het blad verkleurt zomers al naar geel en bruin en valt vroeg af. Alleen de jonge blaadjes, aan de uiteinden van de twijgen, blijven als vaantjes hangen aan de verder kale takken.
Na besmetting met kevers start de verkleuring in één of meer takken. Door wortelcontact met een zieke buurboom, verkleurt de hele kroon. Meestal van onderaf. Als u een gezonde tak doorsnijdt, ziet u geelwit hout. Is de tak aangetast, dan is de buitenste houtring bruin of bruin gespikkeld.
Wat kunt u doen?
Als particulier of groenbeheerder kunt u een belangrijke bijdrage leveren aan de succesvolle bestrijding van de iepziekte. Bijvoorbeeld door:
- zieke iepen te melden bij Iepenwacht Fryslân of uw gemeente
- zieke iepen door gecertificeerde bedrijven te laten verwijderen
- nooit ongeschild iepenhout, bijvoorbeeld voor openhaardhout, te bewaren
- nooit zieke iepen te laten staan